Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe
Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe
(Uit de 'Oude Doos', Kerkblad april 2000).

Onderhoud van de kerk en de pastorie

Om gebouwen en huizen in goede staat te houden is regelmatig onderhoud noodzakelijk.
Dit is een kostbare zaak. Ook het kerkbestuur van Hooge Zwaluwe werd aan het einde van de 19e eeuw geconfronteerd met dure reparaties aan de kerk en aan de pastorie.
Tijdens de vergadering van 10 mei 1895 werd besloten de achtermuur en de zijmuur van de kerk te laten repareren. Ook zouden de bestaande grafzerken en de ijzeren poort hersteld worden. Door de kerkvoogden werd bepaald hiervoor een publieke inschrijving te houden voor de metselaars uit de gemeente. Op 21 mei 1895 werden twee inschrijvingsbiljetten ingeleverd. Bastiaan Kanters wilde het werk voor fl.112, - uitvoeren, de heer C. den Boer kon hetzelfde werk voor fl.75, 50 doen. Het werk werd aan de laagste inschrijver gegund. Ook aan de pastorie moesten kostbare reparaties uitgevoerd worden. De plafonds in de kamers en in de gang dienden vernieuwd te worden: kosten f 137,-. Daarbij kwamen nog de kosten van het timmerwerk, het schilderwerk en het behangen. Laatst genoemde kosten waren nog niet bekend. Deze herstelwerkzaamheden waren dringend nodig met het oog op een mogelijk spoedige komst van een nieuwe predikant. De kerkvoogden kregen een blanco krediet over het dienstjaar 1895 om al de nodige herstellingen te laten uitvoeren die de kerkvoogden noodzakelijk vonden. Hoe kwam het kerkbestuur aan het benodigde geld? Zoals ieder jaar werd er een verzoek aan koningin regentes Emma gericht om een rijkssubsidie van f 50, - te geven ter bestrijding van de noodzakelijke uitgaven, waaronder de zeer noodzakelijke reparatie aan de kerk en de pastorie. Dit was uiteraard niet voldoende. Het kerkbestuur toog aan hel werk. Door de kerkvoogdij werd het kerkelijk archief onder de loep genomen en hierin werd gevonden dat tot het jaar 1810 een subsidie werd ontvangen van f 400, - 
a f 500, - per jaar. Op 23 september 1895 schreef de kerkvoogdij onderstaande brief aan koningin - regentes Emma om genoemde subsidie weer te mogen ontvangen.


No. 342
Aan Hare Majesteit de Koningin - Regentes der Nederlanden te 's- Gravenhage.
ondergetekenden Kerkvoogden der Hervormde Gemeente van Hooge Zwaluwe, geven met verschuldigden eerbied te kennen, dat met het oog op de grote ramp, die op28 augustus j.l. Uwe majesteit bekend onze Gemeente getroffen heeft, waarbij ons Kerkgebouw midden van een vuurzee wonderdadig voor vernieling is gespaard gebleven, 't als nu voor de hand ligt, dat onze bekrompen inkomsten velen steun zal moeten missen 't welk ontegenzeglijk leiden zal, dat onze financien, verre van toereikend zullen blijken, om de jaarlijkse toenemende uitgaven voor onderhoud aan kerk en pastorie te dekken, die in 1894 aan kerk en 1895 aan pastorie belangrijk zijn. 't Is hoogst waarschijnlijk Uwe Majesteit onbekend dat in het jaar 1641, getuige de gedenksteenen in het noordelijk front onzer kerk ingemetseld door Zijne Doorluchtige Hoogheid, Frederik Hendrik, Prins van Oranje Nassau, destijds Heer der Heerlijkheid Zwaluwe, een kerkgebouw werd gesticht en geschonken aan de Hervormde Gemeente, met een subsidie van vier a vijf honderd gulden jaarlijks, die gevonden werd door een vastgesteld prosent van elke landpachtgulden te heffen, welke som bij opheffing der Heerlijkheid, in opvolging door de Staat blijkens aanteekening, in ons Kerkelijk archief tot het jaar 1810 is uitbetaald, doch na genoemd jaar, als gevolg der Fransche overheersing werd ingetrokken. 

Redenen waarom wij Uwe Majesteit eerbiedig verzoeken, de voorzegde subsidie van vier a vijf honderd gulden onze Hervormde Gemeente weder worden toegekend waardoor het Kerkbestuur in staat word gesteld ons eeuwen oud kerkgebouw, destijds zoo nauw verbonden aan het Doorluchtige huis van Oranje, als een pronkstuk der oudheid, op bouwkundig gebied, naar eisch te onderhouden en als een voortdurende herinnering aan den milden Schenker en Stichter, nog eeuwenlang voor opvolgende geslachten, als een hooggewaardeerde gedachtenis moge bewaard blijven.

't welk doende Kerkvoogden der Hervormde Gemeente van Hooge Zwaluwe 
was getekend 

C:C: Vogel President Kerkv. 
A: de Waardt secretaris Kerkv. 
S: G: den Boer

Hooge Zwaluwe, 23 september 1895


Er zal zeker met spanning gewacht zijn op een reactie. Op 22 oktober 1895
ontving de kerkvoogdij een brief van het Ministerie van financien, Afdeeling Eerediensten no. 20. Het verzoek om jaarlijks f 400 a f 500 subsidie te mogen ontvangen werd afgewezen.
In de staatsbegroting voor 1895 waren voor dergelijke doeleinden geen gelden beschikbaar gesteld en dat de minister "... met het oog op het sedert enige jaren aangenomen beginsel geen vrijheid kon vinden, daarvoor bij de Staatsbegroting gelden aan te vragen ...".

De Kerkvoogdij moest andere wegen zoeken om aan de benodigde gelden te komen.
In de volgende aflevering zal ik nader ingaan op de benoeming van de nieuwe predikant, ds. C. Plaatsman uit Doeveren/Genderen.

 

Ada Peele.
Hooge Zwaluwe, 19.3.2000 

 

© 2003-2009: Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe - Nederland
Gewijzigd: 29-09-2011

Voor vragen, aanvullingen, commentaar: Webmaster Protestants Hooge Zwaluwe