Nieuwe dominee/pastorie

 

Home
Omhoog
Een nieuw schoollokaal

(Uit de 'Oude Doos', Kerkblad mei 2000).
(Naar Inhoudsopgave 'Oude Doos')

Een nieuwe dominee en een nieuwe pastorie

Op 12 mei 1895 ging ds. A.H.M. Deussen met emeritaat. Op 1 september 1889 had hij zijn intrede gedaan in Hooge Zwaluwe. Daarvoor was hij predikant in Vinkeveen. Als opvolger wilde men C. Plaatsman uit Doeveren/Genderen beroepen. Blijkbaar was het salaris dat hij zou krijgen niet voldoende want op de vergadering van kerkvoogden d.d. 27 juni 1896 werd voorgesteld om de toelage met maximaal fl. 60,00 te verhogen van fl. 290,00 naar fl. 350,00. Omdat niet alle leden zich met dit voorstel konden verenigen werd er gestemd. Vijf stemmen waren voor: de kerkvoogden C.C. Vogel, S.F. den Boer en de notabelen M. de Visser, A.J. Vos en P. Leest, en 1 stem tegen: A. de Waardt, secr. Kerkvoogd. Hier bleef het niet bij. Op 10 juli 1896 werd voorgesteld om ds. Plaatsman boven zijn vastgestelde traktement nog vrijstelling te verlenen van de bedrijfsbelasting en van de vijfde grondslag van de personele belasting.1) 
Na stemming bleek dat 6 stemmen voor waren: de kerkvoogden C.C. Vogel en S.F. den Boer en de notabelen M. de Visser, J. Leest. J.A. de Visser en A.J. Vos. Tegen stemden de secr. Kerkvoogd A. de Waardt en de notabel P. Leest.

 

De aankoop van het huis van wijlen notaris G. Vos

Ondertussen had op 27 september 1896 ds. Plaatsman in Hooge Zwaluwe zijn intrede gedaan als predikant.2) Hij had zijn intrek genomen in de pastorie, maar er waren plannen om een nieuwe pastorie aan te kopen. De kerkvoogdij had het oog laten vallen op het huis van notaris G. Vos. Op 14 december 1896 werd dit tijdens de vergadering kenbaar gemaakt. Voorwaarde was dat de koopsom niet te hoog zou zijn. De huidige pastorie was niet alleen wat verafgelegen, maar ook de jaarlijkse kosten van onderhoud waren nogal hoog. Reden om naar een nieuwe pastorie uit te zien. Op voorhand had de kerkvoogdij al een verzoek om subsidie ingediend bij de Synodale Commissie, Classicaal Bestuur en bij het Provinciaal College van Toezicht op het Beheer der Kerkelijke Goederen en Fondsen van de Hervormde Gemeente in Noord-Brabant. Beide instanties weigerden gelden beschikbaar te stellen, wel werd verwezen naar de “Gustaaf Adolf Vereeniging” voor het sluiten van een lening. Ook werd voorgesteld om zelf fondsen te vinden door de verkoop van de oude pastorie. De heer A.J. Vos, als executeur-testamentair, gaf te kennen dat ook zij , de erven van G. Vos, gaarne zouden willen dat het huis met erf door de Hervormde Gemeente zou worden gekocht. Hij zegde alle steun toe om het huis voor een redelijke prijs beschikbaar te houden. Besloten werd om eerst de avond van de publieke verkoop af te wachten en daarna pas met de verkopers te onderhandelen. De onderhandelingen zouden door de kerkvoogden gevoerd worden. Er werd uitgegaan van een aankoopbedrag van ongeveer fl. 6.000,00, dit zou met het oog op de ongunstige toestand van de kas meer dan genoeg zijn. Tijdens de vergadering van 29 december 1896 werd bekendgemaakt dat het huis van G. Vos was aangekocht voor fl. 6.000,00. De kerkvoogden wilden de oude pastorie met erven en boomgaard uit de hand verkopen voor fl. 3.500,00.3) 
De heer Appelterre bood aan het huis te kopen, maar hij wilde niet meer geven dan fl. 3.300,00. Uiteindelijk besloten kerkvoogden op zijn bod in te gaan. Notaris L.A. Ruizenaars zou de akten van koop en verkoop opmaken.

 

Financiering van de aankoop van de nieuwe pastorie

De opbrengst van de verkoop van de oude pastorie was uiteraard niet voldoende voor de aankoop van de nieuwe woning van de predikant. Er werden wegen gezocht om aan de benodigde financiële middelen te komen. Van de Commissie van het Beheer over het Provinciaal Subsidie- en Reservefonds voor de Hervormde Gemeente in Noord-Brabant kreeg men een tegemoetkoming van fl. 250,00. Alle beetjes helpen! 

Besloten werd aan het College van de Kerkeraad een lening te vragen van fl. 2.700,00 uit het diaconiefonds tegen een redelijke rente: “…een intrest van 3 0/00 ten honderd.”. Jaarlijks wilde men fl. 200,00 of meer aflossen, indien de kas dit zou toelaten. Dit voorstel werd door het College met algemene stemmen aangenomen. Alvorens het geld beschikbaar te stellen, diende eerst toestemming voor deze lening aangevraagd te worden bij het Provinciaal College van Toezicht. Op 11 januari 1897 werd door genoemd college de vereiste toestemming gegeven en wel voor:
1. de verkoop van de oude pastorie voor ongeveer fl. 3.400,00:
2. het sluiten van een lening van circa fl. 2.600,00 bij de diaconie tegen een rente van ten hoogste 3 0/00 van honderd per jaar en een jaarlijkse aflossing van fl. 200,00 of zoveel als de kerkekas dit zou toelaten. De opbrengst van de oude pastorie zou dienen tot betaling van de koopsom, een bedrag van fl. 6.000,00 van het huis met erf van wijlen notaris de heer G. Vos. 

De Hervormde Gemeente was in het bezit gekomen van een fraaie pastorie.


Noten

1. Personele belasting was een directe belasting, geheven ter zake van het gebruik van in Nederland gelegen gebouwen met toebehoren voor zover zij dienden tot woning of gemak van de gebruiker. Grondslag voor de hoogte van de aanslag vormden de huurwaarde van de woning en de verkoopwaarde van het meubilair. Bij de Wet van 24 december 1970 (Staatsblad 608) is deze belasting vervangen door de onroerend-goedbelasting (onroerend zaakbelasting).
2. Op 26 juni 1927 nam C. Plaatsman afscheid van de Hervormde Gemeente vanwege verkregen emeritaat. 
3. Uit de hand verkopen is onderhands, niet in het openbaar verkopen.

 

Ada Peele 
Hooge Zwaluwe, 25.4.2000 

 

© 2003-2009: Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe - Nederland
Gewijzigd: 29-09-2011

Voor vragen, aanvullingen, commentaar: Webmaster Protestants Hooge Zwaluwe