... de eerste predikant?

 

Home
Omhoog
Verdeling predikbeurten

(Uit de 'Oude Doos', Kerkblad november 2001).
(Naar Inhoudsopgave 'Oude Doos')

Goswinus Johannes (Janssen),
de eerste predikant van Zwaluwe?

Volgens J.H. Schultze, predikant in Zwaluwe van 14 mei 1797-24 april 1825, was Goswinus de eerste predikant van Zwaluwe. Schultze schrijft dat Goswinus in 1603 naar Zwaluwe was gekomen en dat deze predikant eind 1606 of begin 1607 door prins Maurits werd afgezet.

Was Goswinus Johannes de eerste predikant van Zwaluwe? 
A.R. Hulst, predikant in Hooge Zwaluwe van 13 oktober 1935-3 mei 1942, denkt van niet.
Hij schrijft dat Goswinus in het Register van personen voorkomende in Reitsma en van Veen, Acta der Provinciale en Particuliere Synoden, deel III (Zuid-Holland, 1592-1620, 486) geen predikant, maar oefenaar wordt genoemd. Hij voert nog meer bewijzen aan. 
Op de Provinciale Synode van Zuid-Holland, gehouden te Rotterdam in 1605, werden de broeders en vooral de kerkvisitatoren van Dordrecht vermaand “…te willen letten op eenen verloopen monnik, genoemt Johannes Goswinus, die op de Swaluwe compt prediken sonder beroepinge”. 
Hieruit leidde Hulst af dat Goswinus zich op eigen gelegenheid in Zwaluwe had gevestigd, zonder daartoe ooit wettelijk beroepen te zijn. Goswinus woonde toen nog niet in Zwaluwe, maar in 1606 was hij daar wel woonachtig. 

Op de Particuliere Synode van Zuid-Holland in 1606 in Gorinchem gehouden, werd opnieuw de aandacht gevestigd op deze “prediker”. In de acta van deze synode kunnen we lezen dat Goswinus, een voormalige monnik, in Zwaluwe woont ‘…ende met een bagijn in concubinaatschap leven, lerende het pausdom, ende alsoe eenige meinen, dat hij gagie (traktement) zoude hebben bij zijn Excellentie [prins Maurits], is goetgevonden, dat D. Borhornius [predikant te Breda, classis Breda, vroeger Woerden] met D. Uijtenbogaerdi [predikant te Den Haag] ende eenen van den gedeputeerden des classis van Dordrecht hijrvan aen sijn Excellentie ende sijnen raet remonstreren ende aanhouden sullen dat soedanigen geweert worde”. 
Hulst merkt op dat men de indruk had gekregen dat de positie van Goswinus betrekkelijk zeker was en dat sommigen vermoedden dat prins Maurits hem geldelijke toelagen zou hebben gegeven. De Synode bleek met de gang van zaken niet tevreden. Aan een paar predikanten werd opgedragen prins Maurits nauwkeurig op de hoogte te stellen. Hulst onderstreept dat er in de acta van 1606 van een officieel kerkelijk beroep en derhalve van een wettige, kerkelijke ambtsbediening niets blijkt. “Bij Johannes Goswinus is de Roomsche zuurdeesem nog niet uitgezuiverd”, schrijft Hulst.

Voor de synode waren er redenen genoeg om maatregelen tegen Goswinus te nemen. Dit gebeurde ook en met succes. Op de volgende Particuliere Synode te Delft in 1607 brachten de broeders uit de classis Dordrecht verslag uit. Door hun toedoen en door ingrijpende maatregelen van prins Maurits was het met het ongeoorloofde werken van Goswinus gedaan. Ze deelden namelijk mee “…dat J. Goswinus (die het predigen op de Swaluwe, sonder daertoe wettelijc geroepen te sijn, hadde onderstaen) nu daervan ophouwt, gelijc hij ooc heel ongequaem worde bevonden, ende dat die plaetse enige Sondagen bij beurten van henlieden is bedient ende vinden eenen grooten ijver bij het volc aldaer om het woort Godts te hooren”.

Hulst schrijft “Hoewel wij dus m.i. geen voldoende recht hebben om genoemde Johannes Goswinus den eersten predikant van beide Zwaluwen te noemen, toch blijkt uit dit alles wel, hoe in het allereerste begin der 17de eeuw de bewoners van deze streek den Hervormden godsdienst waren toegedaan en gaarne een predikant zouden willen hebben. Het zou in die tijd geheel onmogelijk zijn geweest om een predikant te beroepen. De predikanten van de classis Dordrecht, die na het afzetten van Goswinus, in Zwaluwe kwamen preken, klaagden erover hoe gevaarlijk het was zich in deze streken te wagen. We moeten niet vergeten dat de opstand in de Nederlanden, de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) in volle gang was. Spaanse troepen maakten de dorpen in deze kontrijen, ook Hooge en Lage Zwaluwe, onveilig. De kans om gevangen genomen te worden was dus niet gering. Om dit te voorkomen zorgden de gemeente Zwaluwe, de classis en de synode ervoor dat predikanten een vrijgeleide meekregen. Tevens deed de synode er alles aan om een wettige predikant in Zwaluwe te laten beroepen. Men was ervan overtuigd dat er hier “…belangstelling was voor de reformatorische verkondiging van het Evangelie was”. 

Pas in 1609 werd Abrahamus Costerus of de Koster (1609-1614, geboren omstreeks 1575 in Antwerpen) als predikant in Zwaluwe beroepen. Hij was de eerste wettige dominee van Zwaluwe.

Ada Peele
Hooge Zwaluwe, 21 oktober 2001 
 

 

© 2003-2009: Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe - Nederland
Gewijzigd: 29-09-2011

Voor vragen, aanvullingen, commentaar: Webmaster Protestants Hooge Zwaluwe