Predikanten tijdens reformatie (8)

 

Home
Omhoog
Predikanten tijdens reformatie (9)

(Uit de 'Oude Doos', Kerkblad november 2005).
(Naar Inhoudsopgave 'Oude Doos')

Zwaluwse predikanten of pastoors tijdens de reformatie
(vervolg)

Verzoek om een sauvegarde (vrijgeleide)

Voordat de Raden van de prins een predikant naar Zwaluwe stuurden, wilden zij er zeker van zijn dat de aartshertogen van Brabant hem daar ongemoeid zouden laten. Daarom gaven zij de bestuurders van Zwaluwe opdracht om de in Brussel residerende hertogen namens de ingezetenen van Zwaluwe te verzoeken de predikant sauvegarde te verlenen. Met de aartshertogen van Brabant werden Albrecht van Oostenrijk en zijn vrouw Isabella bedoeld. Isabella was de dochter van Filips II van Spanje die bij haar huwelijk met Albrecht de Zuidelijke Nederlanden als bruidsschat kreeg. 

Het Zwaluwse rekwest werd opgesteld door de schout van Lage Zwaluwe Adriaan Anthonisz. Brant. Hij stelde hierin dat zijne Excellentie Maurits van Nassau, gouverneur over Holland, Zeeland enz., hun pastoor had afgedankt en hem opdracht had gegeven om zich niet meer met de kerkdienst te bemoeien. De schout had gehoord dat Maurits tot dit besluit was gekomen nadat de kerkenraad van Dordrecht hem bericht had dat de Zwaluwse pastoor uit een monnikenklooster kwam, met een non samenwoonde en een ergerlijk levensgedrag vertoonde. De schout merkte verder nog op dat Dordrecht op vele mijlen afstand van Zwaluwe gelegen was, waarmee hij zich impliciet van het Dordtse standpunt distantieerde. Ook schreef de schout dat Maurits de Zwaluwse bestuurders opdracht had gegeven om terstond bij de aartshertogen van Brabant een sauvegarde te vragen voor de predikant die vanuit Holland in Zwaluwe zou komen preken en na een eventuele benoeming daar ging wonen.

De schout besloot dit verzoek zelf in Brussel te gaan indienen. Het was niet de eerste keer dat hij naar Brussel reisde, hij had dat al elf keer eerder gedaan. In Brussel zou ene pater Jan hem assisteren. Ook had hij ter ondersteuning van het verzoek een brief van commissaris Johan Neijen van de Raad en Rekenkamer van prins Maurits gekregen. Om de Brusselse heren gunstig te stemmen, nam hij een gerookte zalm en vier tonnetjes steur mee. Voor het betalen van de te maken kosten leende hij 85 gulden bij Cornelis Pauwels van Sevenberghen. Deze ontving daarvoor 5 procent provisie. De schout vertrok op 26 september 1607 naar Brussel. Daar ontmoette hij op 3 oktober een nazaat van Pieter Cornel. Zijn vader zaliger had nog pensioen tegoed van de Zwaluwse gemeente. De schout overhandigde hem de verschuldigde 36 gulden. De ontmoeting met de aartshertog kon helaas niet doorgaan omdat hij naar Vints was vertrokken. De schout vervoegde zich daarom bij de Raden van de aartshertog. Zij besloten echter het verzoek niet te honoreren. Dat betekende dat de schout onverrichter zake terug kon reizen naar Zwaluwe waar hij op 10 oktober arriveerde. Voor zijn reis declareerde hij, inclusief het aan Cornel betaalde pensioen, 82 gulden en 10 stuivers. De mislukte poging tot het verkrijgen van een sauvegarde voor een predikant kostte de Zwaluwse gemeenschap 48 gulden en 15 stuivers.

(Wordt vervolgd).

Matti Herben en Ada Peele, 
Hooge Zwaluwe, 17 oktober 2005
 

 

© 2003-2009: Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe - Nederland
Gewijzigd: 29-09-2011

Voor vragen, aanvullingen, commentaar: Webmaster Protestants Hooge Zwaluwe