Kerkvoogden gevraagd

 

Home
Omhoog
De loodaffaire

(Uit de 'Oude Doos', Kerkblad september 2000).
(Naar Inhoudsopgave 'Oude Doos')

 

Kerkvoogden gevraagd!

Dat niet iedereen genegen is om een onbezoldigde bestuursfunctie te vervullen is niet iets van de laatste tijd. Ook begin vorige eeuw kon de Nederlands Hervormde gemeente in Zwaluwe geen kerkvoogden vinden om het college van kerkvoogden voltallig te maken, hoe er ook gezocht werd, het lukte gewoon niet. Toch werd het probleem opgelost, hoe dat kunt u in deze aflevering lezen.

Op 3 augustus 1915 diende C.H.A. van Appelterre zijn ontslag in bij de voorzitter van het college van kerkvoogden en notabelen, Arie de Waardt. Wegens vertrek uit Zwaluwe [naar waarschijnlijk Rotterdam?] was hij genoodzaakt zijn functie van president-kerkvoogd neer te leggen. Graag zou hij in een vergadering rekening en verantwoording willen doen en tevens afscheid willen nemen van het college. Op 14 augustus droeg Van Appelterre het archief over aan De Waardt als vertegenwoordiger van de kerkvoogdij en werd ook de rekening van ontvangsten en uitgaven vanaf 18 februari 1915, toen Van Appelterre werd benoemd als kerkelijk ontvanger, gecontroleerd. Er bleek een batig saldo te zijn van f 197,53. Op 8 augustus 1915 werd in het kerkgebouw aan de gemeente bekendgemaakt dat de heer Van Appelterre wegens vertrek uit Zwaluwe zijn ontslag had genomen als kerkvoogd en tevens als kerkelijk ontvanger. Voor kerkelijke aangelegenheden konden de leden van de Hervormde gemeente zich vervoegen bij de secretaris kerkvoogd, Arie de Waardt, die tijdelijke de kerkelijke administratie op zich had genomen tot er en nieuwe president-kerkvoogd zou zijn benoemd. De Waardt zou optreden als waarnemend president kerkvoogd.

 

Op zoek naar nieuwe kerkvoogden

Er werd driftig naar een vervanger voor Van Appelterre gezocht. Op 28 september 1915 werd er in de consistorie van de kerk een vergadering belegd om te praten over de benoeming van een nieuwe kerkvoogd. Tijdens dit overleg werd W.E. Becking tot kerkvoogd benoemd. Becking werd hiervan in kennis gesteld, maar hij bedankte voor de eer. Jammer, maar het college liet zich niet uit het veld slaan. De volgende vergadering, op 23 oktober, kon niet doorgaan omdat het vereiste aantal leden niet aanwezig was. Tijdens de bijeenkomst van 23 oktober werd de heer A. Westerhof benoemd tot kerkvoogd. Op 24 oktober 1915 werd hij van zijn benoeming schriftelijk in kennis gesteld. Ook de heer Westerhof had geen interesse, want op 25 oktober 1915 deelde hij mede “…er beleefdelijk voor te moeten bedanken…”. Er werd weer een vergadering belegd en wel op 20 november 1915 om niet alleen een vervanger te vinden voor de heer Van Appelterre, maar ook voor J. van Leest die al op 1 februari 1915 zijn ontslag had ingediend. Dit overleg ging niet door omdat er te weinig leden aanwezig waren. Het College van Notabelen werd er moedeloos van. Er werd tijdens het overleg van 24 november 1915 een schrijven voorgelezen van de heren A. Vos Azn, W.P. van Rijswijk en Frederik W. de Visser (mr. Bakker), leden van genoemd college, waarin werd voorgesteld om geen nieuwe bijeenkomsten meer te houden omdat dit toch zinloos was: 

Aangezien tot heden al onze pogingen om kerkvoogden te benoemen, die genegen zijn die betrekking aan te nemen vruchteloos bleven, en wij bovendien nog vele personen getracht hebben of ze bij eene eventuele benoeming tot kerkvoogd genegen zouden zijn die betrekking te aanvaarden, die allen daarop een beslist ontkennend antwoord gaven, zijn wij zoo vrij u hiermede in kennis te stellen: wij achten daarom verdere bijeenkomsten daarvoor geheel overbodig als zullende allen zonder eenig resultaat blijven.” 

Het College van Notabelen
dezer Hervormde Gemeente
van Hooge Zwaluwe
was geteekend A. Vos
W.P van Rijswijk
F.W. de Visser

Lange tijd bleef het stil, maar op 30 november 1916 werd het college van notabelen opgeroepen om op half 8 in de consistorie aanwezig te zijn voor de verkiezing van inmiddels 3 kerkvoogden. De aftredende kerkvoogd A. de Waardt werd met algemene stemmen herkozen en hij nam zijn herbenoeming aan. Voor de twee andere vacatures werden de heren B. Knoop Bz en A. den Boer benoemd, maar beiden bedankten hiervoor. Omdat het niet lukt om het college voltallig te krijgen, werd op 9 juni 1917 voorgesteld om dan maar enige artikelen van het plaatselijk kerkelijk reglement te wijzigen om op deze manier alle verdere moeite te besparen om nieuwe kerkvoogden te benoemen. Dit voorstel werd met meerderheid van stemmen aangenomen. Het werd in de kerk afgekondigd en veertien dagen bij G. Weeland ter inzage gelegd. Bezwaren hiertegen konden schriftelijk binnen veertien dagen worden ingediend bij de waarnemend president kerkvoogd. Er kwamen geen aanmerkingen of bezwaarschriften uit de kerkelijke gemeente binnen. De laatste stap was het aanvragen van de goedkeuring bij het Provinciaal College van Toezicht op het beheer van kerkelijke goederen en fondsen van de Hervormde Gemeente in Noord-Brabant te Den Bosch. Was de goedkeuring binnen dant was het probleem om een voltallig college van kerkvoogden te vormen opgelost!

Ada peele
Hooge Zwaluwe, 20 augustus 2000

 

© 2003-2009: Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe - Nederland
Gewijzigd: 29-09-2011

Voor vragen, aanvullingen, commentaar: Webmaster Protestants Hooge Zwaluwe