Oorlogshandelingen
Tijdens de vergadering van 12 december 1944 sprak president-kerkvoogd
A.W. Kanters over de gebeurtenissen die zich hadden afgespeeld tijdens
de oologshandelingen van 4 en 5 november 1944 toen Hooge Zwaluwe werd
bevrijd. Helaas was het monumentale kerkgebouw behoorlijk beschadigd
geraakt. Ons monumentale kerkgebouw werd deerlijk gehavend, vooral wat
het exterieur betreft, doch het stemt tot dankbaarheid, dat we gespaard
zijn gebleven voor een totale verwoesting, zoals met meerdere
kerkgebouwen in de Westhoek heeft plaats gehad, vertelde de
president-kerkvoogd. Vooral aan de zuidzijde werden de muren op
verscheidene plaatsen beschadigd door voltreffers en granaatscherven. De
zuidoostelijke steunbeer werd zelfs totaal verwoest. Helaas werden ook
alle glas-in- loodramen vernield, terwijl er op verschillende plaatsen
door het dak was geschoten. Bovendien waren door het naar binnenvallende
puin de binnenbetimmering en het meubilair beschadigd.
Restauratie van het kerkgebouw
Het College van Kerkvoogden en Notabelen zal dus in de naaste
toekomst komen te staan voor vele en velerlei moeilijkheden, merkte
Kanters op. Een groot probleem waarmee men bij de restauratie van het kerkgebouw
te maken zou krijgen was het gebrek aan materialen. Daarom werd verwacht
dat het herstel van de kerk geruime tijd zou gaan duren. De
president-kerkvoogd probeerde moed in te spreken. In vroeger tijds heeft
echter de gemeente Hooge Zwaluwe ook haar moeilijke dagen gekend en ook
thans mag van ieder verwacht worden, dat hij zijn beste krachten zal
geven, opdat we door eendrachtige samenwerking, onder Gods zegen, de
moeilijkheden te boven mogen komen.
Monumentenzorg
Op dat moment kon nog niet veel geregeld worden. Omdat het kerkgebouw
op de voorlopige lijst van monumentenzorg stond was de schade, in
opdracht van Monumentenzorg, al wel opgenomen door een bouwkundige, de
heer Schellekens uit Dongen. De bouwkundige had toegezegd om binnen
korte termijn terug te komen voor het geven van aanwijzingen over het voorlopig
herstel van het kerkgebouw. De kerkvoogdij kon voorlopig niets anders
doen dan proberen te voorkomen dat bruikbaar materiaal verloren zou
gaan.
Begraafplaats
Bij de gevechtshandelingen was ook schade toegebracht aan de
beplanting en de heg van de begraafplaats. Er zou zeker een nieuwe heg
worden aangeplant en de beschadigde beukenrij zou ook aangevuld worden,
maar eerste wachtte men het einde van de oorlog af.
(Wordt vervolgd)
Ada Peele en Matti Herben,
Hooge Zwaluwe, 20 februari 2007
|