Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe
Protestantse Gemeente Hooge Zwaluwe

De pastorie

(Uit de 'Oude Doos', Kerkblad december 2007).

 

Antwoord van het College van Toezicht 

Tijdens de vergadering van zaterdag 1 mei 1948 werd de ingekomen brief van het College van Toezicht behandeld. Het College verleende geen goedkeuring aan het besluit van kerkvoogden en notabelen van 21 januari 1948 om een gedeelte van de pastorietuin te verkopen aan de drie aspirant-kopers. Er werd in overweging gegeven om het verwaarloosde gedeelte van de tuin, dat men wilde verkopen, te gaan beplanten met fruitbomen. Gezien de vele praktische bezwaren besloten de kerkvoogden en notabelen dit advies zeker niet over te nemen. Zij moesten er zelfs niet aan denken om dit te gaan doen!

Een nieuw verzoek 

Besloten werd om aan het College van Toezicht de zaak nogmaals duidelijk uiteen te zetten en te verzoe-ken goedkeuring te verlenen voor de verkoop van twee gedeelten van de tuin aan H.P. v.d. Bosch en W.J. Ket. Na de verkoop zou er nog een pastorietuin overblijven van circa 15 are. Het onderhoud kon de toekomstige predikant nog genoeg bezwaren opleveren, tenzij ie-mand gevonden werd die met de predikant zou willen samenwerken en daarvoor bijvoorbeeld de helft van de opbrengst kreeg. Op 7 juli 1948 werd een uitvoerige brief, met een tekening van de situatie, naar het Col-lege van Toezicht gezonden.

De toestand van de pastorie 

Verder werd tijdens de vergadering gesproken over de toestand van de pastorie. Alleen de noodzakelijke re-paraties aan de buitenkant van het gebouw zouden worden uitgevoerd. Hiermee moest zo snel mogelijk worden begonnen. Om alles goed te laten verlopen werd de heer 't Hooft belast met de leiding van deze operatie. Voor het herstel van de voorgevel van de pastorie werd bij de metselaars A.W. Kanters en D. van Rijsbergen prijsopgave gevraagd. Het werk zou gegund worden aan de laagste inschrijver. Schilder Van Altena moest een offerte maken voor het buiten-schilderwerk. Na de benoeming van een nieuwe predikant zou de bin-nenkant van de pastorie worden aangepakt. Er werd opgemerkt dat waarschijnlijk geen enkele predikant het gehele huis wilde stofferen en meubileren. Daar-om kon beter worden gewacht tot duidelijk was welke kamers gebruikt zouden worden. Dan konden deze ruimten in aanmerking komen voor onderhoud en her-stel.

Betalen van huur 

Er werd besloten dat de medebewoners van de pasto-rie voortaan huur moesten gaan betalen. De huur werd bepaald op 3 gulden per week, met vrij gebruik van waterleiding. De huur zou per 25 april 1948 ingaan. De grote kelder mocht in het vervolg niet meer gebruikt worden als opslagplaats van hout e.d. Hiervoor kon het schuurtje achter het woonhuis gebruikt worden.

Wordt vervolgd.

Wij wensen u allen prettige kerstdagen en een voorspoedig 2008.

Ada Peele en Matti Herben, 
Hooge Zwaluwe, 22 november 2007