PRUISISCHE KONING BENOEMT ZWALUWSE PREDIKANT De benoeming van Hendricus Rudolphus Ampzink Op
11 mei 1732 werd proponent Hendricus Rudolphus Ampzink benoemd als
opvolger van predikant Wilhelmus Henricus Troijen. Ampzink
was zeer ingenomen met zijn benoeming door de Pruisische koning tot
predikant te Zwaluwe. In een brief nam hij de vrijheid om de koning aller
onderdanigst en gehoorsaamst te bedanken en met eenen bekend te maken
dat ik tegenwoordig daar toe werkelijk ben geinstalleerd, dat ik tot God
Almagtig, die UWE Coningl[ijke]
herte daar toe bewoogen heeft, mijn ijverig gebed onophoudelijk zal
laten gaan, voor UWE Coningl[ijke] Maj[estei]ts gedurige
welstand voor 't opneemen van desselvs Hoge huijs, en dat dezelve UWE
Maj[estei]ts hoge desseijnen altijd wil zeegenen, en kragtig
beschutten tegen desselvs onregtmatige vijanden, tot beste van de Kerk
en voortzetting van 't geloov.
Ondertekening van de dankbrief. Hij
zou zo lang hij leefde en hij de kracht hiervoor had niet nalaten
het voortsetten van Gods Woord te behertigen, deze mijns aanvertrouwde
Gemeentens tot Godlijke deugden te vermanen, dezelve te leeren en zelvs
met goede exempelen voor te gaan, en zoo te leijden, dat sij met haar
gebed altijd bij het mijns voegende, hare gehoorsaamheijd en onderdanige
pligt betragten zullen. De
baljuw Van Leeuwen was minder ingenomen met de benoeming van Ampzink tot
predikant. In een brief aan de Nederlandse gezant aan het Pruisische hof
Van Reede, schreef hij het volgende hierover. Op huijden is
eijndelijk den proponent Ampsink tot predicant op de Zwaluwe bevestigt.
Hij is een van de onnoselste die ik ken. Hij heeft noijt predicant
konnen werden, is ses of agt en veertich jaar out en is heel hart
hoorende... Ampzink zou door toedoen van de krijgs- en domeinraad
Bresser uit Kleef, die toen in Zwaluwe verbleef, tot predikant zijn
beroepen, ondanks dat de Pruisische koning Frederik Willem I aan Van
Reede had beloofd dat niet te zullen doen. In de Classis van Dordrecht
werd een kopie van een brief van de voormalige stadhouder van Zwaluwe
Daniel van Bodegem aan Bresser behandeld, waarin aan laatstgenoemde maar
liefst 100 pistolen werden beloofd wanneer hij ervoor kon zorgen dat
Ampzink in Hooge Zwaluwe als predikant beroepen werd. Van
Reede had zich gericht tot een man met wie Bresser dagelijks
correspondeerde en die er, volgens baljuw Van Leeuwen, absoluut de
oorzaak van was geweest dat Ampzink en niet Muls tot predikant was
beroepen. Dit was gebleken uit de informatie van een geloofwaardig
persoon uit Zwaluwe aan wie de knecht van Bresser een brief van deze man
had laten lezen. Het kwam Van Leeuwen verdacht voor dat Bresser Ampzink
zo prees daar weet U Excellentie [Reinoud
van Reede] de reden van, daar is geen predicant bij het examen van
dien Amsing geweest of hij sal getuijgen dat in 50 jaar geen onnoselder
tot predicant gemaekt is Volgens
Bresser was de gemeente van de Zwaluwe zeer voldaan over de nieuwe
predikant, maar volgens Van Leeuwen zouden er niet half zo veel mensen
meer in de kerk komen dan voorheen en den armen en de kerk voelt
al wat predicant wij hebben, en de tijd sal sulks nog beter doen sien,
des namiddags sijn bij wijlen geen 20 menschen in de kerk so klijn als
grootEr zou geen een man in de rechtbank in die tijd geweest zijn
die het beroep had kunnen keren of dit gedaan zou hebben, als alleen eenen
onnoselen die toen ouderling was die mij sijde hij had iet wes geteikent
maar hij wist niet wat Ampzink
zou tot zijn dood op 8 september 1760 werkzaam zijn als predikant in
Zwaluwe. Ada Peele en Matti
Herben,
|